'Het Nieuwe Genre is wel soort van mijn levenswerk,
zeg maar, zou je kunnen zeggen, ja.'
Jon van Eerd
Vanaf dec. 2023
WONKA
Oompa Loompa
In de bioscoop
Vanaf dec. 2023
CATS IN THE MUSEUM
Koty
In de bioscoop
Vanaf 3 juli 2024
VERSCHRIKKELIJKE IKKE 4 (GRU)
In de bioscoop
Zomer 2025
VERGEET BARBARA
Studio 100
Seizoen 2025/2026
WE WILL ROCK YOU!
In de theaters
2 nov. 2025
200 JAAR HARMONIE STER
Koninklijk Jubileum
Maastricht
'Als ik zie hoe het in de zaal kan gaan,
geloof ik weer in de wereld.'
Jon van Eerd
'Sport is per definitie een humorloos fenomeen.
Theater is wat dat betreft veel sportiever.' Jon van Eerd
'Film is het domein van de regisseur.
TV is het domein van de schrijver.
Theater is het domein van de acteur.'
Jon van Eerd
In Nederland lijdt de toneelwereld aan de ziekte van 'Lang'
en de filmwereld aan de ziekte van 'Nu'.
Jon van Eerd
JON VAN EERD
PERSONALIA
Geboren: J.M.P.H.E.C. van Eerd
Te: Maastricht
Datum: 05-09-1960
OPLEIDING
Engelse Taal en Letterkunde (Rijks Universiteit Leiden) kandidaats o.s.
Theaterwetenschap (Universiteit van Amsterdam) doctoraal o.s. (drs.) (summa cum laude)
TALEN
Engels/Nederlands (native)
Duits
Frans
THEATER
Jon van Eerd studeerde Engelse Taal- en Letterkunde en Theaterwetenschap (Cum Laude). Hij begon zijn acteercarrière in Amerika en Engeland in producties als EQUUS, THE ZOO STORY, en DEATH OF A SALESMAN. Hij speelde o.a. in MARAT/SADE bij Toneelgroep de Appel, BOEING BOEING en in musicals als OLIVIER B. BOMMEL, TITANIC, MAMMA MIA!, LA CAGE AUX FOLLES en MOEDER IK WIL BIJ DE REVUE. Jon speelde bij Purper en in de Broadway show THE WORLD GOES 'ROUND, en in eigen komedies zoals ORANJE BOVEN, EEN RITS TE VER en KANTJE BOORD. In 2013 vierde hij zijn theaterjubileum met de concerttour JON EN DE JONGENS.
In december 2015 gaf Jon met een aantal solisten zoals Ruben Hein, Hadewych Minis en de Canadese Matt Dusk begeleidt door het Metropole Orkest, een reeks concerten ter ere van de 100e geboortedag van FRANK SINATRA. In het voorjaar van 2017 speelde Jon de rol van Eisler in de wereldpremière van de opera EISLER ON THE GO. In 2019 gaf Jon o.l.v. Jules van Hessen, samen met Noortje Herlaar en Cor Bakker in het Concertgebouw van Amsterdam een HOMMAGE AAN MICHEL LEGRAND.
Jon speelde in een periode van 15 jaar een reeks zeer succesvolle Harrie Vermeulen komedies. Zoals EEN RITS TE VER, ORANJE BOVEN, en HERRIE IN DE KEUKEN.
In december 2018 ging zijn zelf geschreven muzikale komedie CHARLEY in première. De muziek is gecomponeerd door Michael Reed. De productie verscheen op CD en ontving vier Musical Award nominaties. In 2022 is de musical in verschillende steden in Duitsland geprogrammeerd. Voor het seizoen 2018/2019 schreef en bewerkte Jon het script van THE ADDAMS FAMILY. Hiervoor ontving hij een Musical Award.
CHARLEY is ook succesvol in het buitenland. Er staan producties op stapel in Oostenrijk, Tjechië, Duitsland en in Engeland zal een workshop worden georganiseerd. Helaas strooide het corona virus roet in het eten en staan alle plannen vooralsnog in de koekast.
In het seizoen 2019/2010 kwam Jon wederom met een hilarische nieuwe komedie van zijn hand; HERRIE IN DE KEUKEN. Met medewerking van o.a. Irene Moors en Beau van Erven Doorens. Helaas kwam de productie halverwege het seizoen stil te liggen door het wereldwijde corona virus.
HET NIEUWE GENRE
De komedies van Jon's hand kenmerken zich door een combinatie van hoog tempo met veel fysieke actie en gelardeerd met absurdistische uitdagingen. Deze theatervorm is met enige ironie gedoopt tot 'Het Nieuwe Genre' (zie ook het interview Het Nieuwe Genre op de pagina Pers). De laatste twee in deze reeks waren HARRIE NEEMT DE BENEN en ZO VADER ZO ZOON.
HET PRETPAKHUIS
In 2015 richtte hij samen met zijn echtgenoot Ton Fiere de productiemaatschappij Het Pretpakhuis op. Hun eerste productie voor het seizoen 15/16 was HARRIE BABBA, gevolgd door HARRIE LET OP DE KLEINTJES in 16/17, HARRIE & EVA in 17/18, HARRIE LET OP DE KLEINTJES en KUNST & KITSCH in 18/19, CHARLEY, de komische musical in 19/20, en HERRIE IN DE KEUKEN in 20/21. In Vlaanderen werden zeer succevolle productie gemaakt van HARRIE LET OP DE KLEINTJES en ZO VADER ZO ZOON. De titels staat ook op de rol om in Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten in productie te gaan.
TELEVISIE/FILM
Jon speelde o.a. in FLODDER, ANDRÉ'S COMEDY CLUB, MEIDEN VAN DE WIT, BAANTJER en de hoofdrol in de succesvolle serie MOEDER IK WIL BIJ DE REVUE. Tevens was hij o.a. te zien in de films FLODDER IN AMERIKA en MANNENHARTEN. Bijna al zijn komedies zijn geregistreerd en uitgezonden op TV. En ook zijn jubileumconcert was op TV te zien. In 2009 was Jon “de Mol” in WIE IS DE MOL? en in 2015 speelde hij Pontius Pilatus bij het jaarlijkse spektakel THE PASSION. In DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND speelde hij de onsymapthieke pastoor Bonhomme.
PRIJZEN EN NOMINATIES
In 1982 werd Jon verkozen tot Beste Mannelijke Acteur op het Internationale Feats Festival voor zijn rol in EQUUS. Voor zijn rollen in THERE'S NO BUSINESS LIKE SHOW BUSINESS, en NONSENS werd hij genomineerd voor een Musical Award. Hij ontving er in totaal vier, een voor zijn rol in LA CAGE AUX FOLLES en een voor de bewerking van dezelfde musical. De derde Award ging naar hem voor de beste hoofdrol in de musical MOEDER IK WIL BIJ DE REVUE. Voor de REVUE ontving hij twee Musical World Awards, en voor La Cage aux Folles zelfs drie.
Hij schreef DE FABELTJESKRANT DE MUSICAL. Deze won de prijs voor beste productie. Voor het script en de bewerking van THE ADDAMS FAMILY ontving hij zijn zevende Award.
Hiernaast werd hij voor deze prijs alsmede voor de Toneelpublieksprijs talloze malen genomineerd: o.a. EEN RITS TE VER, ORANJE BOVEN, DUBBEL OP, DE TANTE VAN CHARLIE en CHARLEY DE KOMISCHE MUSICAL.
In 2011 ontving hij de Gouden Notenkraker en de Johan Kaartprijs.
REGIE
Als regisseur heeft Jon vele uiteenlopende stukken geregisseerd, waaronder WHO'S AFRAID OF VIRGINIA WOOLF?, DE KALE ZANGERES, SALOMÉ, LETTICE AND LOVAGE, DE BANKOVERVAL, EEN MIDZOMER NACHT DROOM en musicals zoals GUYS AND DOLLS en CHARLEY.
In 2018 nam hij het stokje weer op met zijn regie van KUNST & KITSCH met o.a. Liz Snoijink, Raymonde de Kuyper en Arie Cupé.
Als stemregisseur heeft Jon een eindeloze lijst van speelfilms, series, documentaires en games op zijn naam staan. Een paar zijn: MARY POPPINS, ALADDIN, LION KING.
In het seizoen 25/26 tekent Jon voor twee regies: EEN RITS TE VER 2.0 en EEN NACHT IN DE EFTELING.
SCHRIFT
Als toneelschrijver heeft Jon al talloze werken op zijn naam staan. Bijna allen zijn ook geproduceerd, zoals DE TANTE VAN CHARLIE, ORANJE BOVEN, ALLADIN en HARRIE & EVA. Hiernaast was hij verantwoordelijk voor vele vertalingen en bewerkingen zoals THE ADDAMS FAMILY, BOEING BOEING en LA CAGE AUX FOLLES.
Jon schrijft columns en artikelen voor verschillende bladen en magazines zoals: SCÈNES, HOLLAND MAGAZINE, PRIVÉ en NAVENANT LIFESTYLE MAGAZINE.
OVERIG
Jon geeft regelmatig in binnen- en buitenland workshops en lezingen op het gebied van theater, motivatie en werkbewustzijn. Dit kan al naar gelang de wens en omstandigheden op praktisch, theoretisch. universitair en zakelijk niveau. Daarnaast vervult hij geregeld het dagvoorzitterschap bij allerlei instellingen zoals theaters en ondernemingen, waaronder gerenomeerde instellingen zoals WASHINGTON UNIVSERSITY (VS) en BISHOPSGATE INSTITUTE (VK) en het DE LA MAR THEATER in Amsterdam.
Op bestuurlijk niveau is Jon uitgebreid actief. Zo is hij naast createif leider van het Pretpajkhuis, bestuurslid bij de STICHTING EUGÈNE BRANDS, DE CULTUURVLOER en was hij voorzitter van de JURY MUSICAL AWARDS GALA.
Hij leende zijn stem aan vele animatieseries en films o.a. DE TELETUBBIES, , POKÉMON, SPONGE BOB, SHREK, DESPICABLE ME, PENGUINS VAN MADAGASKAR, DE ONTBIJTSHOW. Hij is de vaste stem van Eric Idle (MONTY PYTHON) en Stephen Fry (LITTLE BIG PLANET) WONKA en WICKED.
Jon is te horen op verschillende CD’s van theater- en TV-producties. In 2013 bracht hij zijn eigen single uit ‘Een Ding Weet Ik Zeker’ dat sindsdien het lijflied van alter ego Harrie Vermeulen is geworden. Van de musical CHARLEY kwam een Original Cast Recording uit op CD. In 2020 kwam de carnavalssingle 'Ieder Uur een Bittergarnituur' uit.
In 2016 was Jon jurylid voor de John Kraaykamp Musical Awards. Na een seizoen gaf hij deze functie terug omdat hij in conflict zou komen met zijn eigen musical CHARLEY. In 2021 werd hij benoemd tot voorzitter van dezelfde jury.
Na afloop van de première van ZO VADER ZO ZOON - de afscheidsvoorstelling van het personage Harrie Vermeulen - ontving Jon uit handen van vriend en collega André van Duin de Komedie Award n.a.v. de 750.000e bezoeker.
'Timing is een verwarrend woord. Het is niet voor niets
dat we geen Nederlands equivalent hebben. Ik spreek
liever over ritme.' Jon van Eerd
ADVIESBUREAU VOOR THEATER EN AANVERWANTEN
SINDS 2023 BIEDT JON VAN EERD ONAFHANKELIJK ADVIES AAN PROFESSIONELE PARTIJEN OP HET GEBIED VAN THEATER EN ENTERTAINMENT. DIT KAN VARIËREN VAN BOUWTECHNISCH ADVIES AAN ARCHITECTEN DIE EEN NIEUW THEATER MOETEN ONTWERPEN OF EEN OPDRACHT KRIJGEN VOOR VERNIEUWING, TOT UITGEBREIDE (TECHNISCHE) ONDERSTEUNING, AANBEVELINGEN EN CONSULTATIE ALSMEDE ONDERZOEK NAAR LEVENSVATBAARHEID EN RENDABILITEIT VOOR GEMEENTES EN PROVINCIAAL BESTUURSBELEID. TE DENKEN VALT OOK AAN ORGANISATIE-ADVIES EN PERSOONEELS MOTIVATIE ALSMEDE MARKETING- EN SALES TECHNIEKEN.
ZIJN JARENLANGE PRAKTIJK ERVARING OP DE PLANKEN EN ZIJN BETROUWBARE POSITIE ALS ACTIEF PRODUCENT BINNEN HET THEATERLANDSCHAP HEBBEN BIJGEDRAGEN AAN ZIJN EXPERTISE. HIERNAAST VORMT ZIJN UITGEBREIDE NETWERK EEN FUNCTIONELE TOEVOEGING.
NEEM CONTACT OP VOOR MEER INFORMATIE.
'Onwetendheid is de uitdaging van de geest,
niet de moeder van kritiek!'
Jon van Eerd
HET NIEUWE GENRE
Een rechtenvrij interview met Jon van Eerd.
Door Milka Ries
Dankzij van Eerd is het theater al een paar jaar ongemerkt een nieuwe stijl rijker. Hij noemt het zelf Het Nieuwe Genre. Maar hij grinnikt er wel bij.
Ik krijg een duidelijke knipoog, en toch is hij heel serieus. Het Nieuwe Genre is de theaterstijl die Jon van Eerd in de loop der jaren ontwikkeld en zeker ook benoemd heeft. Volgens van Eerd zelf is de benaming een (speels edoch prozaïsch) protest tegen de halsstarrigheid waarmee hij regelmatig geconfronteerd werd als het ging om zijn eigen komedies. Criticasters bleven soms blindelings en letterlijk ongezien (!) hun vooroordeel uitspreken over zijn stukken. Niet uit frustratie, maar uit verbazing zocht van Eerd naar de voorwaarden van de salonfähigkeit van komedie in de strikte vorm.‘Wanneer is Fawlty Towers een klucht en wanneer is het VPRO-waardig?’, vroeg hij zich af.
De verwondering begon bij van Eerd na een mailwisseling met een lokale recensent. ‘In een aanvankelijk interessante discussie die ontstaan was naar aanleiding van een bijzonder ongenuanceerde en zeker ook ijdele recensie van Loek Zonneveld. Deze uitermate bevooroordeelde meneer beschuldigde mij ervan rode rozen rood te verven in onze mega succesvolle productie De Tante van Charlie. Toen begon ik me af te vragen wat daar eigenlijk mis mee is. Of liever: waar dit soort mensen hun snobistische misverstand op denken te baseren. Of liever: wat voeren zij aan als objectieve constatering om hun zogenaamde kennis te staven.' Met zijn achtergrond als Theaterwetenschapper liet van Eerd zich niet uit het veld slaan, 'deze man was er nou net één te veel in het bos van ezelachtige onkundigen die denken de wetten van het theater in handen te hebben en het alleenrecht te bezitten om deze wetten te mogen buigen al naar gelang hoe hun witte wijntje valt langs de gracht.'
En dus besloot van Eerd zijn eigen werk eens goed onder de loep te leggen; 'Want ik wil altijd leren en dus ging ik, zo neutraal mogelijk, en onder het toeziend oog van een aantal goede, kundige vrienden en collega's, eens kijken waar ik nou eigenlijk precies mee bezig was. Veel kunst is onbewust, weet je, en alle Alfa wetenschap is bedacht, door de mens, en derhalve sowieso nooit toetsbaar'.
Van Eerd kwam tot de conclusie dat hij zich in zijn komedies vaak baseerde op wat hij noemt de Britse ‘high comedy’. En langzamerhand ontwikkelde hij zijn stijl op een farce-achtige bodem, maar altijd met uitdagende en vernieuwende en vooral ook bijzonder absurdistische elementen.
Gevraagd naar de stijl zegt van Eerd dat deze zich vooral kenmerkt door het gebruik van een menging van theatervormen en doordat steeds op een totaal ander vlak dan traditioneel verwacht wordt, langs de grenzen van acceptatie en geloofwaardigheid, wordt geborsteld.
'Dat is een mond vol woorden’, lacht hij, ‘maar je kan het zo zien, kijk naar een traditionele komedie en dan plotseling, zomaar uit het niets kunnen er onverwachte liedjes, (onwaarschijnlijke) wendingen, technische hoogstandjes, cabareteske stand-up monologen, terugdraaiende scènes en publieksparticipatie voorbij schieten. En JA! ik neem een kilometer lange afstand van het Theater van de Lach. Het moet gewoon maar eens gezegd worden!’.
‘De eenheid van logica, begrip en acceptatie wordt steeds weer op de proef gesteld en uitgedaagd. De ene keer bijna onzichtbaar, de andere keer onvermijdelijk.’ Gevraagd naar de inspiratie geeft van Eerd toe dat Het Nieuwe Genre deels schatplichtig is aan het absurdisme van Monty Python, maar door haar basis veel toegankelijker. In lange gesprekken met zijn goede vriend Eric Idle benadrukken de twee mannen regelmatig de vermakelijke verwarring die kan bestaan als er gespeeld wordt met de wetten van de traditie en daarmee van de logica.
Van Eerd’s dialogen zijn herkenbaar als dagelijks taalgebruik. Waar Pinter zijn stiltes benadrukte, schrijft van Eerd voor, de korte uitdrukkingen, de eh’s de ah’s en de herhalingen (vaak in drieën) trouw te blijven in het aanleren van de dialoog. Ook het bekende ‘afdrijven’ van het onderwerp is een duidelijk signatuur van zijn dialoogvoering.
In zijn stukken staat altijd het personage Harrie Vermeulen centraal. Een alter-ego die steeds weer een ander gedaante kan aannemen. Hoe kan van Eerd dit verantwoorden in zijn stukken? ‘Harrie heeft altijd herkenbare kwaliteiten maar is iedere keer weer iemand anders. Soms onnozel en traag, dan weer gewiekst en ongeduldig. Soms in de Middeleeuwen, dan weer op een camping.’
Is Harrie Vermeulen onlosmakelijk verbonden aan Het Nieuwe Genre?
Volgens van Eerd is Harrie Vermeulen niet persé een gegeven van Het Nieuwe Genre. Harrie is zijn eigen signatuur, daar mag niemand aankomen. Maar Het Nieuwe Genre kan wel degelijk bestaan zonder Harrie Vermeulen. Net zo als dat stukken in Het Nieuwe Genre door andere auteurs zou kunnen worden geadopteerd; 'en daarvoor hoeft niet persé een 'Harrie' centraal te staan. Dat is gewoon mijn ding.'
In zijn scripts blijft Jon van Eerd bijna onzichtbaar in Het Nieuwe Genre. De subtiele verschillen met een willekeurige andere komedie of klucht zijn niet voor iedereen herkenbaar. ‘Maar dat ligt ook vaak aan de toeschouwer’, zegt hij, ‘deze zal zich moeten overgeven aan Het Nieuwe Genre om het te kunnen ontwaren en waarderen. Je moet er een beetje je best voor doen.’
Daar ligt dan volgens van Eerd ook een uitdaging voor de cynische kijker. En mocht het dan toch nog aan je voorbij gaan dan is er nog geen man overboord. Zoals van Eerd zegt: ‘Ik teken mijn voorstellingen als een Ishiharatest. Als je het niet kunt ontcijferen dan blijft er altijd een mooi gekleurd plaatje over om van te genieten.’
Want genieten daar gaat het van Eerd uiteindelijk om! Hij benadrukt dat, welke wetenschappelijke analyse er ook mag bestaan, zijn stukken er vooral zijn ter vermaak. Hierin worden de traditionele waarden van ‘goed’ en ‘kwaad’, ‘verwachting’ en ‘inlossing’, ‘onverwachte wendingen’ en ‘licht maatschappijkritische ondertonen’ niet genegeerd.
Of Het Nieuwe Genre als afsplitsing expliciet genoeg is om als genre voort te bestaan kan van Eerd niet zeggen, 'Dat interesseert mij eerlijkgezegd niet. Ik ben hier niet voor de eeuwigheid, maar wil juist in het 'nu' leven. Als wetenschapper vraag ik me overigens af, wie dat zou moeten bepalen. 'Feiten' worden bedacht, gecreëerd en verzonnen voor hele andere redenen dan uit echte interesse. De hoogleraren zijn in ieder geval niet de personen om het te bepalen! Die zitten er vooral voor zichzelf. En ook de ambtenaren van het gesubsidieerde tellen niet mee. Mijn God, de vooringenomenheid! En de luiheid! Nee, het gaat uiteindelijk om wat het publiek wil, en wat wij maken. En, ach, wat maakt het uit? Ik ben er nog lang niet klaar mee, en dus bestaat het!'