top of page

Toneel Gaat Nooit Verloren (rechtenvrij interview)

Jon. Je lijkt voor het theater geboren. Alles wat je in- en uitademt is theater.

Ja, dat lijkt inderdaad wel zo. Maar ik ben een veelvraat, hè? Het is nooit genoeg. Dat is zeker waar voor het theater, maar er is veel waar ik van hou; lekker eten, seks, zwemmen, vrienden, hond. Ik doe bijna niks met mate. Ik ben verslavingszuchtig. 

Maar het theater staat nummer één.

Ja, ach ja, dat is zo gegroeid. Ik hield altijd al van het theater, maar als ik per ongeluk de andere kant op was gelopen had ik ook een winkel kunnen hebben, of een restaurant. Wel altijd iets met mensen, denk ik, of met dieren.

Je houdt echt van mensen.

Ja! En soms haat ik ze. Dan is het een domme massa die hysterisch achter een dictator of popster aan rent en hele domme dingen doet. En dat bangmakende egoïsme!

Maar als ik ze dan in een theaterzaal eensgezind naar voren zie slaan van het lachen dan kan ik ze wel opeten. Niet omdat het vleiend is voor mij. Maar omdat er dus toch saamhorigheid kan zijn, en harmonie.

Vandaar theater?

Ja.

 

Theater is de hoogste vorm van kunst?

Voor mij is theater de meest bevredigende vorm van kunstbeleving. Als je het goed nagaat is de podiumkunst de verzameling van alles: beeldende kunst, literatuur, muziek, dans, mode, licht. Álles zit erin. Daarom is musical mijns inziens de allesomvattende vorm van theater. Het heeft alles in zich.

 

Ik denk dat menig acteur uit de 'andere hoek' het niet met je eens is.

Dat denk ik ook zomaar. Maar ik denk ook zomaar dat menig acteur uit de 'andere hoek', zoals jij het noemt, te gepreocuppeerd is om überhaupt buiten de hoeken te denken. Dat hebben ze geërfd van die desastreuze Actie Tomaat. Man, wat heeft dát veel kapot gemaakt in ons land.

Kan theater ouderwets worden?

Dat is een cruciale vraag. Als je bedoelt kan theater ouderwets zijn? Dan is het antwoord ja. Er wordt soms hopeloos ouderwets theater gemaakt. Als je bedoelt kan theater uit de mode raken of verdwijnen? Dan is het antwoord nee. Er zal altijd wel een bepaalde vorm van live vermaak blijven bestaan. Anders had de film het allang laten verdwijnen.

Maar film is toch veel meer van deze tijd?

Ja, 2000 jaar geleden bestond het nog niet, hè? En theater is er nog steeds. Film is een totaal ander medium. Niet te vergelijken. De enige overeenkomst met het theater is dat er verhalen worden verteld. Maar je ziet hoe het karakter van de film in een eeuw tijd is veranderd. Vergeleken met theater is het medium verdwaald omdat het worstelt met de vooruitgang en rommelig zoekt naar bestaansrecht.

Rommelig?

Het medium is te ongeduldig en te eigenwijs om de natuur haar werk te laten doen. In Nederland leidt het aan de ziekte van 'Nu'.

Nu?

En meteen.

Dat klinkt cryptisch. Wat bedoel je als je zegt dat film ongeduldig is?

Alles in de wereld maakt een natuurlijke ontwikkeling door. Bedachte fases hebben geen voortbestaansrecht. Je ziet dan dat de levensduur wordt beperkt. Die dingen gaan dan voorbij. Natuurlijk is film niet meer weg te denken, maar de ontwikkeling ervan is chaotisch en ongeduldig. Net als de maatschappij, 'we proberen dít, oh nee, we proberen dát.' En vooral ook 'Ik wil het nu en niet morgen!'

 

Omdat de mens het bedenkt gaat het voorbij? 

Precies! Net als het individu die het bedacht heeft zelf! Je kan een bloem niet bedenken. Je kan hem wel fantaseren.

Theater is veel sterker. Het heeft een stabielere basis die door de eeuwen heen met geduld is gemetseld. Als een ontwikkeling bedácht wordt is het zonder bloed.

 

Dat klinkt allemaal heel theoretisch voor iemand die juist de natuur zijn gang wil laten gaan.

Een goeie theorie heeft de natuur nog nooit in de weg gestaan. Ha Ha Ha.

Bij theater staat de acteur centraal. Hij moet het elke avond weer waarmaken. De acteur moet zich senang voelen en het moet kloppen. Soms zie je ook in het theater dat de andere disciplines zoals licht, decor of de ambitie van een regisseur hem overheersen en te dominant worden. Theater wordt dan plots verbeeldende kunst.

Bij film lijkt het soms alsof de acteur op de laatste plaats komt. De techniek en de tijdsdruk is dan bijvoorbeeld bepalend. En als eenmaal de scène geschoten is eenmaal de scéne geschoten, hè!? Dan denk je wel eens; 'verdomme dat deed ik niet goed!' Maar dan was eindelijk het licht goed, dus...  'we hebben 't - het staat erop - it's a wrap!' Een beetje: licht, geluid en oh ja... acteurs.

 

En dat zie je terug?

Ja, dat zie je terug. En iedere keer weer, hè? Je kan twintig keer naar een film gaan en dan zie je twintig keer hetzefde. Geen herkansing. Fillm is per definitie star, dus je moet als fimmaker heel goed weten wat je wil. Ik heb zelf vooral ervaring met bij elkaar geraapte flutjes en politiek bepaalde impulsen.'

 

Zoals 'Mannenharten'?

Dus heb ik eigenlijk geen idee.

 

Call me and prove me wrong?

Yes, please.

Je hebt bij film geen eindverantwoordelijkheid. Dat wat je gespeeld hebt is het! Jij hebt je best gedaan en zij moeten het afmaken?

Dit is nou precies waarom ik het medium film niet vertrouw. Je hebt er geen grip op zoals je dat bij theater hebt. Je kunt er uiteindelijk niet van op aan wat ze met je talent, je werk en je inspanningen doen. Je kan de sterren van de hemel spelen en dan knippen ze het helemaal kapot.'

Niet jouw medium.

Jawel hoor. Als ik de kans kreeg om het goed te doen. Maar dan bedoel ik écht goed, hè? Iedereen, overal, in elk vak, moet rekening houden met budgetten - we heten niet allemaal Joop. Maar vijftien keer dezelfde tram door dezelfde straat zien rijden - daarvoor zit ik niet in dit vak! En ook graag wat later beginnen. Dat om 4 uur opstaan en om 5 uur in de make-up háát ik!

Maar als alles op jouw manier moet, wordt het dan niet eenzijdig en bleek?

Dat risico is aanwezig. Daarom zorg ik er altijd voor dat ik me omring met mensen die me met twee voeten op de grond houden. Mensen die ik vertrouw en die me zonder verborgen agenda, en met de beste bedoelingen raad en advies geven waar ik dan soms helemaal niet op zit te wachten. Mensen als mijn man Ton. Of Caroline Frerichs, mijn regisseur.

En zo nu en dan iets totaal anders doen, waar je minder grip op hebt omdat anderen het voor je bepalen. Zoals een musical of een ander soort stuk. 

Maar je wil wel wat te zeggen hebben?

Ja, natuurlijk! Ik zit jotdulleme dertig jaar in het vak. Mag ik?! Ik ben altijd bereid om mijn flexibiliteit aan te spreken. En ik laat mezelf ook altijd uitdagen om het anders te doen dan mijn reflex mij influistert.

 

Maar?

Er gebeurt wel eens iets waarvan ik weet dat het zo niet is, of zo niet werkt, dan zeg ik er wat van. En als ik dan tegen domheid aan loop wordt ik ongeduldig. Als je bij aanvang van een voorstelling te horen krijgt 'we moeten 2 minuut 24 seconden inlopen op de voorstelling van gisteren', wordt ik he-le-maal gek! Zo iemand begrijpt er geen hout van.

Maar wie bepaalt wat dom is, en wat niet?

Niemand. Maar als je vader tegen je zegt dat je goed moet uitkijken bij het oversteken, en je kind zegt: 'nou nee ik denk dat ik eigenlijk gewoon kan gáán', dan lijkt het me toch aannemelijker dat papa gelijkt heeft.

 

Bijvoorbeeld: ik begrijp een Barbara Streisand wel. Die wordt vaak uitgelachen en bespot, omdat ze alles in de hand wil houden. Maar als je heel goed weet wat je doet dan is het moeilijk iemand te vinden die kan vertalen wat jij bedoelt. Wij zijn kwetsbaar, hè? Als acteurs. We worden vaak gepiepeld als objecten: 'we zetten hem daar neer, en we nemen hem zo. Dan staat hij tenminste het decor niet in de weg'.

Dat klinkt bitter.

Oh ja? Nou dat is het niet, hoor. Het is feitelijk. Feitelijkheden klinken soms cru omdat ze ongenuanceerd zijn. Maar we zouden het over het theater hebben, niet over mijn senioriteit.

Maar theater gaat toch juist over nuance?

Precies! Maar, daar ligt nou juist ook een heikel punt. Want wat is die nuancering in het theater? Wat stelt het voor, en wie mag er iets over zeggen? Het máken van een theatervoorstelling gebeurt altijd vanuit een oprechte bevlogenheid. Daar ga ik in ieder geval van uit. Wij maken nooit zomaar iets. Daarom vind ik dat je elke poging tot het maken van theater positief dient te benaderen. Ook als het naar jouw mening bagger is. De subjectiviteit in het theater is een groot goed. Ik denk dat we bij de gratie van de subjectiviteit kunnen blijven bestaan.

Je hebt het nu over recensenten.

Nee. Maar je hebt gelijk. Ook daar vechten nuance en waarheid in de loopgraven. Ik vind het onnodig om op de man af willens en wetens te kwetsen. Wat ze soms doen. Dat is respectloos.

 

Is dat jou overkomen?

Ik heb het zelf op de meest wonderlijke manier geleerd. Ik speelde de rol van Irving Berlin in There's No Business Like Show Business. Een droomrol met fantastische muziek. De eerste recensie verscheen in de Volkskrant. Er stond zoiets als: 'Jon van Eerd beweegt zich houterig en stijf over het toneel en staat met grote ogen te zingen die zich af lijken te vragen waarom hij in Godsnaam deze rol heeft gekregen.'

 

Wat deed dat met je?

Mijn leven was kapot, dacht ik. Ik dacht, daar gaat mijn carrière, het leek net wat te worden en dan dit! Pats boem weg! Ik kan het wel schudden, dacht ik. Ik zat huilend aan de telefoon met Liz Snoijink die mij probeerde te overtuigen dat dat allemaal niet zou gebeuren.

Die avond kwam de NRC uit. Een recensie van Henk van Gelder die als een gespiegelde blauwdruk op die van de Volkskrant gelegd kon worden. Er stond iets in de trant van: 'Jon van Eerd beweegt zich met souplesse over het toneel, met grote dramatische ogen staat hij te zingen. Alsof hij het leven van Irving Berlin in zich draagt.'

Revanche!

Nee, nee, dat bedoel ik niet! Hè, verdomme begrijp nou waar ik het over heb! Binnen 24 uur was ik zowel een misverstand op het toneel als een aankomende ster van grote klasse. Dát bedoel ik!

Ze moeten recensies afschaffen?

Je wil per se ergens naar toe, maar die weg sla ik vandaag niet in. Dat is een heel ander interview.

Maar je maakt je er wel druk om.

Natuurlijk! Niets menselijks is mij vreemd: als de recensie mooi is ben ik blij en is de recensent briljant en heeft hij het goed gezien. Als de recensie slecht is heeft de recensent poep in zijn ogen en is het een eikel.

Dus?

Het is een lange discussie waarin we soms recht tegenover elkaar staan. Loek Zonneveld zei ooit tegen mij: 'jullie maken een vuurtje, en wij verslaan het.' Het is mij nooit gelukt om zijn vooringenomen houding draaglijker te maken zodat hij zich beter zou warmen aan dat vuurtje, en dat als dat niet lukt, hij op zijn minst het natuurwonder kan aanschouwen. Ha Ha Ha.

Heb je dan nooit iets gedaan waar je later spijt van had?

Zeker wel. Maar dat had tegelijkertijd ook héél vaak niet met mij zelf te maken.

Jíj doet het nooit fout?

Jezus wat flauw! Natuurlijk maak ik fouten. Maar soms kun je niet anders. In elk vak wordt iedereen tenslotte geconfronteeerd met meerderen, die in vele opzichten hun minderen zijn. Mensen waar je naar moet luisteren omdat ze je baas zijn of je regisseur. Mensen die veel kapot kunnen maken. Dat is tegelijkertijd goed voor je ontwikkeling. Althans daar hield ik me dan maar aan vast.

Zoals?

Namen en rangnummers wil je? Nou dat bewaar ik maar voor mijn biografie. Dan kan ik lekker voluit gaan in wrange zuurheid. Ha ha ha. Maar als je met veel moeite een voorstelling in elkaar draait, er zelf al je geld in steekt, en je 'producent' weet het verschil niet tussen Do - Re - Mi of Fa. Tja, dan moet je wel heel hard werken om er nog een Sol uit te poepen.

 

Je Jubileumconcert 'Jon en de Jongens'?

(geen antwoord)

Wat houdt het theater levend?

Dáár zou het over gaan. Wat houdt het theater levend? Liefde! Liefde en ambitie. Bezetenheid. Alles wat er komt kijken om een droom waar te maken. Iedere keer weer. Oprechtheid, eerlijkheid, gedrevenheid. Toneel gaat nooit verloren!

Daarom is mooi, goed theater, dat op deze manier gemaakt wordt, per definitie boeiend. Welk genre dan ook!

 

Maar?

Er zijn veel misverstanden. Mensen met verkeerde intenties. Geld of roem. Zodra hun motieven niet komen vanuit de liefde voor het vak, maar gericht zijn op interessantdoenerij, 'anders' willen zijn of zogenaamde wetenschap, dan bestaat het niet. Ik heb ze meegemaakt hoor, de regisseurs die van een klucht een psychologische thriller wilde maken en het een Brechtiaanse uitdaging vonden! En de professoren en hoogleraren. Wat een stelletje nietsnutten! Ze hebben meer kapot gemaakt dan dat ze het theater hebben lief gehad.

Je hebt zelf Theaterwetenschap gestudeerd.

Ja, en ik heb er veel geleerd. Veel goeds en heel veel gelul! Ik heb de krenten uit de pap opgegeten. Maar de pap zelf was smakeloos. Het was geen feest om naar een ingekakte, ongeïnspireerde,  Rob Erenstein te luisteren die, zo later bleek, zijn colleges bij elkaar jatte. Jaren daarvoor had hij zelf nota bene de hypocriete tomaten gegooid, en toen zat hij in een slaapverwekkende positie waarin hij tot Gazapcho gemalen diende te worden. Ik kwam laatst een oud 'docent' tegen, Nienke Meeter heet ze, ik vroeg of ze weg was bij de faculteit. Haar antwoord was: 'Godzijdank wel, zeg. Ik heb heel diep ingeademd tot ik met pensioen kon. Wat een onzin die studie.' Nou, en daarvan kregen wij dus les, dank je wel!

Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat er toch veel bitterheid in je zit.

Dat komt, lieve schat, omdat jij een Calvinist bent en steeds de donkere kant van het vak op wil. Terwijl ik liever praat over de magie. Ik heb nooit gezegd dat theatermaken hemels is. Maar theater is wel iets waar ik blij van wordt, én gelukkig. Het daagt me uit.

Theater is je leven.

Theater is het leven. Theater gáát over het leven. Theater bestáát bij de gratie van het leven. En ik hou van mijn leven. Dus dat zit wel snor.

Je hebt je weg gevonden?

De weg van mijn leven? Ach wie weet. De weg waar ik nu op zit is een prachtige weg, met heel veel afslagen, fly-overs, T-splitsingen, tunnels, stijg- en dalingspercentages, mét uitzicht, zonder uitzicht, verlicht en niet verlicht, zwart, wit, grijs, rood, asfalt en beton, kiezel en onverhard. En zonder verkeersborden, dus ik kan hard en zacht, en heb geen idee hoe lang het nog duurt en waar ik eindig.

Amsterdam, mei 2014 - Milka Ries

bottom of page